Vanmorgen reden we na het ontbijt weer om 9 h weg. Het eerste stuk van de route was hetzelfde als gisteren tijdens ons middag uitstapje. Via de weg nr.54 omlaag. Daarna moesten we deze volgen naar Borgarnes.
Net voor Borgarnes moesten we linksaf, weer omhoog, op de grote ringweg van IJsland, de nr. 1. Daarna afgeslagen naar weg nr. 50 en later volgden we de nr. 518. Als eerste bezienswaardigheid, naast het mooie landschap natuurlijk, kwamen we langs de heetwaterbron Deildartunguhver. Deze schijnt de grootste heetwaterbron ter wereld te zijn en produceert 200 l per seconde met een temperatuur van 97 graden Celcius. Ze waren er helaas aan het (ver)bouwen maar we konden toch een paar foto’s maken.
Daarna reden we verder naar de watervallen van Hraunfossar. Hier stroomt water onder het lavaveld Hallmundarhraun door en valt in talloze watervalletjes over een lengte van 1 km in de rivier.
Ernaast ligt de Barnafoss, wat niet echt een waterval is, maar de rivier die door de smalle kloof stroomt.
Vervolgens reden we verder naarr Húsafell naar een lavagebied met talloze lavagrotten en tunnels. We reden naar Surtshellir, dit is de beroemdste en de langste lavatunnel met een lengte van 1.6 km. Er zijn 6 gaten in de tunnel, 3 bieden toegang om in de tunnel af te dalen. Wij zijn bij toegang 1 gaan kijken.
Ter plekke werd veel reclame gemaakt voor de lavagrot Vídgelmir. Dit is de langste en grootste lavagrot ter wereld. Daar kun je rondleidingen onder leiding van een gids van 1,5 h krijgen, voor ISK 7000 p.p. De tunnel die wij bezochten was gratis.
Vervolgens reden we terug over de weg naar Reykholt, dat bekendheid geniet door de middeleeuwse schrijver en politicus Snorri Sturluson. We vonden het kerkje wel mooi.
Op een plattegrond had Nancy nog een waterval gevonden waar, volgens de tekst, je in de zomer zalmen tegen de waterval op kon zien springen. Dat was bij Fossatún en de stroomversnelling heette Tröllafossar. Er was ook een trollenwandeling met spellen uitgezet. De camping had ook trollenhuisjes. Wij keken alleen naar de stroomversnelling, maar zagen helaas geen zalmen springen.
Daarna reden we door naar Reykjavik. Vandaag was het de hele dag bewolkt weer, met op sommige plaatsen zware regenval. Vanuit de auto zag je daar de wolken omlaag komen alsof het verticale regenbuien waren. We hadden toch nog geluk gehad, we waren steeds op de goede, droge plek geweest.
Om 15.25 h kwamen we aan bij ons hotel in Reykjavik, het Reykjavik Lights hotel. Daar stond een nummer dat je moest bellen. Alleen konden we hier met onze mobiel niet bellen. Hij gaf steeds aan dat we geen netwerk hadden gekozen, echter er waren geen beschikbare netwerken. Gelukkig was er ook een soort elektronische bel. Na een tijdje kwam iemand omlaag. Het bleek dat dit hotel een quarantaine hotel was geworden, en wij moesten nu naar het Skuggi hotel in het centrum gaan. Daar was onze boeking naar omgezet. Via Tui hadden we hier niets over gehoord.
Om 15.45 h kwamen we bij hotel Skuggi aan. Dit was ook een leuk hotel, en vanaf hier konden we te voet naar het centrum.
Om 16.15 h liepen we naar het centrum van Reykjavik. Daar lliepen we door een paar straatjes met oudere huizen en daarna naar de beroemde Hallgrímskirkja, een betonnen kerk, waarin de typische basaltzuilen, die IJsland zoveel heeft, in het ontwerp zijn opgenomen.
We vervolgden onze route richting de kust, waar het veel gefotografeerde beeld, Sólfar staat, Zonnetocht van Jan Gunnar Arnarson.
Vervolgens liepen we naar de haven waar het mooie, moderne gebouw Harpa staat. Het is een congres- en concertgebouw uit 2011.
Daarna liepen we het oude centrum in, wegens tijdgebrek slaagden we er niet in om helemaal tot het stadshuis en het meertje Tjörnin door te lopen. Via de straat Laugavegur liepen we weer terug naar ons hotel. Onderweg even iets gegeten.
Morgenvroeg zullen we al om 5.00 h naar het vliegveld rijden, aldaar de auto inleveren en vervolgens onze terugreis naar Nederland inzetten per Icelandair.
0 reacties