We lagen op tijd in bed, maar de matras was tamelijk doorgelegen, dus we sliepen allebei niet de hele nacht aan een stuk door. Wel konden wel lang genoeg rusten.
Om 7.30 h konden we gaan ontbijten. Nancy kon ’s morgens nog steeds geen ontbijt eten. Nancy was toch wel best zenuwachtig voor de trektocht, qua zwaarte. Voor vertrek moesten we nog formulieren ondertekenen dat de organisatie nergens aansprakelijk voor zou zijn, medische gegevens invullen, wat een redding zou kosten vanaf iedere hut, en of je waardevolle spullen of geld in het depot achter zou laten. Daarna moesten we nog laarzen passen. Waarschijnlijk zouden we morgen een moerassig stuk moeten doorkruisen en dan moeten we ze aandoen.
Om 8.40 h vertrokken we. We hadden 2 porters (Jones en Robert) en ook 2 gidsen omdat wij een afwijkend schema hadden, 6 dagen i.p.v. de gebruikelijke 5 dagen. Daar wilden ze ook nog even bewijs van zien.
Het begin van de trekking begon licht stijgend door het dorp Kilembe. Na Kilembe gingen we al steiler omhoog en kwamen we bij de rivier uit.
Deze had in 2019 voor flinke overstromingen gezorgt, waarbij hele huizen waren weggeslagen.
Het pad ging gestaag omhoog, tot we na ca. 3 km bij de entree van het park kwamen, het Mulyambuli ranger station op 1727 m. We kwamen om 10 h aan.
Nancy zweette zich al peentjes van de inspanning. Hier kregen we een korte pauze en moesten we ons registeren. Hier zullen we over 6 dagen weer langskomen.
Daarna begon de echte Rwenzori trekking. Het zou een hele lange klim worden. Bij het inschrijven zagen we al, dat wij de oudste deelnemers waren. De stijging viel Nancy zwaar, dus wij gingen het langzaamst met veel adempauzes om bij te komen. De natuur was al heel mooi. In het begin zagen we in de verte al een blue Monkey. Maar deze was te ver weg om te fotograferen en zat ook gedeeltelijk tussen takken en het bladerdak verstopt. Onze gids Joseph vertelde heel veel over de planten onderweg.
Nog een stuks hoger kwamen we in de vochtige zone, daar hingen allemaal varentjes en mos aan de bomen, groeiden boomvarens en zagen we bloeiende orchideeën. Dit vond Nancy natuulijk het mooiste stuk.
Om 12.45 h werd (voor de officiële lunchplek) met varens een zitplek voor ons gemaakt. Daar at Hans al gedeeltelijk de meegekregen lunch en Nancy hield het bij 2 koekjes, we moesten nog tamelijk veel stijgen.
Nog 1 h verder kwamen we bij de officiële lunchplek om 14 h. Daar weer gepauzeerd en hier at Nancy ook een beetje van het lunchpakket. Wat over bleef gaven we aan onze twee gidsen. In het lunchpakket zat: sandwich met gekookte kip en rauwkost, mais-pannenkoekjes, appel en een banaan, een heel goed gevuld lunchpakket.
Bij de lunchplek zagen we al mooie vlinders en vogeltjes. Onderweg hadden we ook al de Regal-kolibrie gezien, een heel kleurrijk vogeltje.
Hierna ging de route grotendeels vlak en zelfs weer omlaag. Net na de lunchplek zagen we weer een groep Blue Monkeys. Ze waren best snel.
Nu was het eigenlijk helemaal niet meer ver naar de Enocks waterval. En de waterval lag al bijna bij het kamp.
Om 15.20 h waren we bij de waterval en 5 min later kwamen we bij het kamp aan op 2596 m. Wij kregen de Sine hut. Een 8-persoons hut voor ons tweetjes. Nancy haar blouse was helemaal doorweekt van het zweten van de inspanning. We hadden 8.6 km gelopen en 1275 m gestegen en 110 m gedaald in totaal 6.50 h, inclusief alle pauzes.In de hut stonden onze duffelbags al klaar.
Nancy ging even rusten en Hans ging het kamp verkennen en op vogeltjesjacht.
Om 16.30 h kregen we thee (theewater in een hele thermoskan) geserveerd met koekjes. We moesten vanaf nu genoeg drinken.
Om 17 h begonnen we aan de fotoselectie en dit dagverslag.
0 reacties